Het arrest Diarra: een mijlpaal in het Europese voetbalrecht

EU-Hof: arrest Diarra betwist FIFA-regels en versterkt de vrije arbeidsmobiliteit van voetballers in Europa.

Het arrest Diarra: een mijlpaal in het Europese voetbalrecht

Op 4 oktober 2024 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) een baanbrekende uitspraak gedaan in de zaak Lassana Diarra tegen FIFA en de Belgische voetbalbond. Het Hof oordeelde dat bepaalde bepalingen van de FIFA-regels voor status en transfers van spelers (RSTJ) in strijd zijn met EU-recht, met name de vrije arbeidsmobiliteit en concurrentie.

De feiten: een geblokkeerde transfer

Na een salarisconflict met Lokomotiv Moskou probeerde Diarra zich aan te sluiten bij Sporting Charleroi. FIFA weigerde zijn internationale transfercertificaat af te geven, omdat hij naar verluidt zijn voormalige club nog moest vergoeden. Zijn carrière lag jarenlang stil.

De overweging van het HvJ-EU

  • Het blokkeren van de transfer belemmert de vrije arbeidsmobiliteit van spelers binnen de EU.
  • Solidaire aansprakelijkheid van kopende clubs beperkt de concurrentie.
  • Buitensporige schadeloosstellingsclausules schenden het proportionaliteitsbeginsel van EU-recht.

Een “Bosman 2.0”?

Het Diarra-arrest kan de transfermarkt ingrijpend veranderen, vergelijkbaar met de Bosman-zaak (1995), door de rechten en mobiliteit van spelers te versterken.

Praktische gevolgen

  • Herziening van beëindigingsclausules en compensatieregels.
  • Europese clubs moeten hun transferprocedures aanpassen.
  • Professionele en jonge spelers krijgen meer mobiliteit en juridische zekerheid.
  • FIFA zal in dialoog treden om haar regels te herzien.

Wereldwijde impact

Het arrest beïnvloedt ook clubs en agenten buiten de EU, die de Europese normen voor vrije beweging en contractuele proportionaliteit moeten naleven.

Sport en recht

Ontdek ook